Klantenservice
  • Contact
  • Bestelinformatie
  • Retourneren
  • Bestelprocedure
  • E-books
  • Gratis e-book
  • Luisterboeken
  • Docentenservice
  • Persinformatie
Inloggen
Winkelmand
Winkelmand
Korting
-
Verzendkosten
Gratis
Totaalprijs
€ 0,00
Naar winkelmand
Gratis verzending binnen Nederland vanaf € 20,-
Op werkdagen voor 21.00 uur besteld, morgen in huis. Gratis verzending in NL vanaf € 20,-.
  • Winkelen
    WinkelenAdviseringCoachingCommunicatie en (social) mediaLeiderschapManagement
    Marketing en salesMens en maatschappijPersoonlijke ontwikkelingStrategie en organisatieWerk en loopbaan
    Top 100 Acties Alle uitgaven Zojuist verschenen Verwacht
  • Auteurs
    • Even voorstellen
    • Auteurs op alfabet
    • Auteur worden
  • Thema's
    • Ebooks met korting
    • Het Groot Werkvormenboek
    • Hybride werken
    • Cadeautips voor professionals
    • Managementboeken top 10
    • Coaching boeken top 10
  • Actueel
    • Agenda
    • Artikelen
  • Over ons
    • Boeken
    • Events
    • Platformen
Voorbij je eigen wijze: effectief communiceren met metaprogramma's in professionele relaties
Terug
Delen
Link kopiëren
Paperback
Juli 2005 | ISBN 9789024416882 | 2e druk | 279 blz.
€ 35,95
In winkelmand

Voorbij je eigen wijze: effectief communiceren met metaprogramma's in professionele relaties

Guus Hustinx, Anneke Durlinger-van der Horst | Boom uitgevers Amsterdam
Voorbij je eigen wijze: effectief communiceren met metaprogramma's in professionele relaties
Beoordeel dit product
Verkooppositie #1251
Hoogst bereikte positie: #127
Paperback
Juli 2005 | ISBN 9789024416882 | 2e druk | 279 blz.
€ 35,95
Levertijd 1-2 werkdagen
In winkelmand
Plaats op wensenlijst
OmschrijvingInhoudAuteursExtraIn de pers
Omschrijving

'In dit indrukwekkende werk geven de schrijvers een diepgaande uitwerking van een significant, maar regelmatig onderbelicht gebied van NLP: metaprogramma's. Ik bewonder de betrokkenheid en de integriteit van waaruit zij het gebruik van NLP benaderen.'
Robert Dilts

 

In communicatie zijn we normaliter vooral gericht in de inhoud: wat de ander zegt. De betekenis van de communicatie wordt echter in hoge mate bepaald door de vorm. In die vorm herkennen we patronen die 'prijsgeven' hoe iemand waarneemt, denkt en doet. Die patronen heten metaprogramma's. Inzicht in die metaprogramma's bij onszelf en de ander(en) leidt tot betere communicatie en efficiëntere samenwerking en daardoor tot een effectievere performance. Als we anderen positief kunnen beïnvloeden op het niveau van metaprogramma's, dan neemt onze effectiviteit als professional enorm toe.

 

Het eerste deel van het boek beschrijft de verschillende metaprogramma's en biedt praktisch hanteerbare methoden om bij onszelf en anderen metaprogramma's in kaart te brengen en te interpreteren. Het tweede deel belicht diverse toepassingen en voorziet deze van praktijkvoorbeelden. Aan de orde komen toepassingen in coaching, conflicthantering, leiderschap, organisatiecultuur, teambuilding, HRM en training. Dit boek is geschreven voor allen die beroepsmatig met communicatie werken, zoals managers, (P&O)-adviseurs, consultants, coaches, trainers, NLP'ers en NLP-studenten.

 

Informatie over de training Professionele communicatie en metaprogramma's en de Introductietraining metaprofiel analyse vindt u op www.iepdoc.nl.

Inhoud

Deel 1 De basis

1. Het kader
2. Zelfonderzoek
3. Metaprogramma`s nader bekeken
4. Metaprogramma`s in de praktijk
5. Metaprogramma`s in interactie

 

Deel 2 De toepassingen
6. Coaching
7. Onderhandelen en conflicthantering
8. Coachend leiderschap
9. Metaprogramma`s en organisatiecultuur
10. Teambuilding
11. Metaprogramma`s in het licht van Human Resource Management
12. Training

 

Bijlage 1. Verbale en non-verbale indicatoren
Bijlage 2. Activeringsvragen
Bijlage 3. Werkblad metaprofielinterview
Literatuur

Extra

Download hier het overzicht van metaprogramma’s en kenmerken

Auteurs
Guus Hustinx
Guus Hustinx studeerde stadsvernieuwing aan de TUE, waar hij zich vooral richtte op de complexe proceskant. Hij werkte als projectmanager en in diverse directiefuncties. Hij studeerde NLP bij het I... Meer

Lees meer
Anneke Durlinger-van der Horst
Anneke Durlinger-van der Horst werkt als trainer, procesbegeleider en coach voor uiteenlopende organisaties.   Vanuit haar motto "Ik verbeter de wereld, ik begin bij mezelf" legt Anneke de nadruk... Meer

Lees meer
In de pers
Supervisie in opleiding en beroep
Tijdschrift voor Supervisie & Coaching
Inleiding Metaprogramma's zijn kenmerkende patronen in iemands denken, voelen en handelen in specifieke situaties of een bepaalde context. Met behulp van Voorbij je eigen wijze kan de lezer gericht leren metaprogramma's te herkennen bij zichzelf en anderen. Kennis van metaprogramma's geeft begrip, inzicht en sturingsmogelijkheden in communicatie, bijvoorbeeld om de relatie te verbeteren. Daarnaast kunnen inzichten gebruikt worden om problemen en doelen scherper in kaart te brengen, als basis voor succesvolle interventies of effectievere doelgerichtheid. Metaprogramma's vormen een concreet instrument om het functioneren en samenwerken van mensen in organisaties te verbeteren (p. 14, 28). Het boek is geschreven voor allen die beroepsmatig met communicatie werken, zoals managers, (p&o-)adviseurs, coaches, trainers, NLP'ers, NLP-studenten en andere communicatieprofessionals. De auteurs willen het werken met metaprogramma's in feite toegankelijker maken voor een grotere groep mensen. Omdat zij in coaching - met supervisie lijken ze niet bekend te zijn - een toepassing zien van het werken met metaprogramma's, besteed ik daar in de bespreking speciale aandacht aan. De auteurs studeerden bij het Instituut voor Eclectische Psychologie (IEP) in Nijmegen en aan de NLP University in Santa Cruz (vs) en zijn thans als NLP-trainer aan het IEP verbonden. Guus Hustinx is daarnaast partner in Intens Training (een bureau dat zich richt op de effectiviteit van teams en organisaties bij overheid en bedrijfsleven) en was werkzaam als projectmanager en in diverse directiefuncties. Anneke Durlinger-van der Horst coacht en traint daarnaast mensen en teams op basis van NLP vanuit Tjoys (haar eigen praktijk) en was werkzaam in uiteenlopende HRM-functies. Inhoud Het boek bestaat uit twee delen, voorafgegaan door een voorwoord van NLP-coryfee Robert Dilts en een inleiding van de auteurs. Het eerste deel beschrijft, na een inleidend kader (hfst. I) en een uitnodiging tot zelfonderzoek naar eigen denk- en gedragspatronen binnen de werkcontext (hfst. 2), negentien categorieën metaprogramma's die samen 52 mogelijke metaprogramma's omvatten (hf st. 3). Een metaprogramma is een taalprogramma dat een uitdrukking is van hoe iemand waarneemt, denkt en doet in een bepaalde situatie (en in vergelijkbare situaties). Behalve als criteria (dat wat belangrijk is voor een persoon) dienen metaprogramma's ook als onze meest fundamentele 'filters' om naar de wereld te kijken. Ze beïnvloeden daarmee hoe ervaringen worden gepresenteerd, gesorteerd en benadrukt, en geven aldus aan waar we onze aandacht plaatsen en waar onze zorg ligt (p. 19,43). Voorbeelden van (categorieën van) metaprogramma's zijn: globaal/specifiek, proactief/reactief, naartoe/weg van, voldoet wel/voldoet niet, interne controle/externe controle, representatiesysteem (zien/horen/voelen/ruiken/proeven). De behandelde metaprogramma's worden beschreven in termen van wat waarneembaar is, de kwaliteit van het metaprogramma, de keerzijde en de overdreven vorm ervan. Hoofdstuk 4 biedt methoden om metaprogram ma's in kaart te brengen (zoals een metaprofielinterview, een gestructureerd interview met voorgeprogrammeerde neutraal geformuleerde vragen). Daartoe is het computerprogramma Metaprofielanalyse beschikbaar (www.metaprofielanalyse.nl), dat met alle nuanceringen en combinaties leidt tot meer dan drieduizend mogelijke metaprofielen. Een metaprofiel geeft volgens de auteurs een gedegen inzicht in iemands 'performance' in een bepaalde context en daarmee in competenties en ontwikkelpunten. Mensen hebben verschillende metaprofielen, samenhangend met de diverse rollen die ze vervullen in diverse contexten. Oefenen met het herkennen van metaprogramma's dient simpel te beginnen, bijvoorbeeld met het letten op één (dominant) metaprogramma (zoals naartoe/weg van), aan de hand van verbale en non-verbale indicatoren van metaprogramma's (beschreven in bijlage 1 van het boek). De auteurs wijzen erop (p. 90) dat voldoende oefening - vijftien tot twintig interviews - van belang is om het metaprofielinterview onder de knie te krijgen, betrouwbare informatie te krijgen en te voorkomen dat de systematiek van het interview interfereert met de zuivere observatie en analyse van de taalpatronen. Wat betreft het interpreteren kan gepoogd worden verbanden tussen metaprogramma's in beeld te brengen: welke metaprogramma's versterken elkaar, zwakken elkaar af, welke tegenstrijdige metaprogramma's zijn actief en wat is de betekenis van gevonden combinaties in termen van competenties, valkuilen en ontwikkelpunten (p. IOO-I09)? Deel I sluit af met hoofdstuk 5, dat gaat over metaprogramma's in interactie, hun rol in miscommunicatie en in het correct begrijpen van de ander. Van belang is het kennen van de eigen metaprogramma's, om te voorkomen dat juist deze metaprogramma's niet worden onderkend bij de ander. In deel 2 van het boek belichten de auteurs toepassingen van het werken met metaprogramma's in coaching (hfst. 6), onderhandeling en conflicthantering (hfst. 7), coachend leiderschap (hfst. 8), organi- satiecultuur (hfst. 9), teambuilding (hfst. 10), 'human resources management' (hfst. 11.) en training (hfst. 12). De toepassing bij coaching hangen de auteurs vooral op aan de theorie van de logische niveaus, zoals die gangbaar is binnen het NLPdenken: omgeving/gedrag/vermogens/overtuiging/identiteit/spiritualiteit (van laag naar hoog). Na uitleg van het principe van deze hiërarchie geven ze voorbeelden van problemen en doelstellingen op elk van deze niveaus. Coachen op de NLP-manier betekent volgens de auteurs sturen op het proces, wat betekent dat de inhoud volledig voor rekening blijft van de cliënt (p. 126). Metaprogramma's die geactiveerd of ontwikkeld moeten worden in coaching hebben te maken met er naartoe, interne referentie, controle binnen zelf en ontwikkeling/verandering. De auteurs benadrukken in het kader van 'empowering' dat doelformulering moet voorafgaan aan probleemformulering omdat de aandacht voor problemen vaak nietproductieve metaprogramma's activeert (weg van, voldoet niet, controle buiten zelf). Van belang daarbij is dat de doelen worden getoetst aan vormvoorwaarden, zoals positief geformuleerd, binnen controle, toetsbaar (specifiek), contextspecifiek (waar, wanneer, bij wie) en ecologisch verantwoord (voldoet wel/niet) (p. 127-131). Vervolgens kan geprobeerd worden met een metaprofielanalyse iemands probleemstrategieën op te sporen. Aan de hand van een uitgebreide casus wordt uitgelegd hoe dit in zijn werk gaat. Speciale aandacht gaat dan uit naar incongruente en inconsistente metaprogramma's als symptomen van innerlijk conflict, waar te nemen in dubbele boodschappen die iemand uitzendt. Dit is op te lossen met de NLP-techniek onderhandelen tussen delen. In de interventiefase van coaching kunnen bepaalde metaprogramma's bewust geactiveerd worden via 'transferring' (overbrengen van een metaprogramma van een succescontext naar de probleemcontext), 'tasking' (taken opdragen die om gewenste metaprogramma's vragen) en training (inoefenen met rollenspellen). In de volgende hoofdstukken worden andere toepassingen van het werken met metaprogramma's besproken. In hoofdstuk 7 laten de auteurs zien hoe je met behulp van metaprogramma's beter kunt onderhandelen (en onderhandelingen begeleiden) en conflicten kunt analyseren en oplossen. Conflicten tussen mensen blijken nogal eens samen te hangen met verschillen in metaprogramma's. Inzicht hierin helpt het begrijpen van het conflict en de dynamiek ervan; het wijst ook de weg naar constructieve oplossingen. Coachend leiderschap staat centraal in hoofdstuk 8. De auteurs kenmerken coachend leidinggeven enerzijds als een contradictio in terminis (resultaatgericht ingrijpen versus ontwikkelingsgericht faciliteren) en schetsen het ideale metaprofiel van de coachende leider, de competenties die daaruit volgen en tevens de dilemma's die in dat profiel terug te vinden zijn. Hoofdstuk 9 gaat over metaprogramma's als elementen van organisatiecultuur en laat zien wat met die inzichten in de praktijk gedaan kan worden. De logische niveaus worden vertaald naar het organisatieniveau. Uitgesproken metaprogramma's leveren een sterk beeld op met uitgesproken competenties en even zovele valkuilen. De auteurs bepleiten diversiteit in metaprogramma's, op de juiste plaats. Daarmee zal een organisatie effectiever zijn, mits de tegenstelling in bepaalde metaprogramma's ervaren wordt als noodzakelijke aanvulling. Vaker echter worden deze tegenstellingen ervaren als cultuurconflicten (p. 179). Inzicht in metaprogramma's, verkregen door een metaprofielonderzoek, helpt bij het identificeren van beperkende en niet-efficiënte patronen en biedt zo aanknopingspunten voor veranderingstrajecten. In hoofdstuk 10 gaan de auteurs in op de relatie tussen metaprogramma's en teameffectiviteit, door een aantal problemen in teams te koppelen aan metaprogramma's. Teams (of beter: teamleden) kunnen overeenkomen of verschillen, zowel wat betreft criteria als metaprogramma's. Dit leidt tot hetzij homogeniteit, hetzij diversiteit, maar in alle gevallen bepaalt het de teamdynamiek en de taken waarvoor een team staat als het effectief wil functioneren. De verschillende mogelijkheden worden in de tekst uitgewerkt. Teambuilding in de praktijk blijkt ook hier te beginnen met een metaprofielonderzoek op basis waarvan interventierichtingen kunnen worden bepaald. Hoofdstuk II beschrijft het gebruik van metaprogramma in het licht van human resources management, bij de analyse van de kwalitatieve personeelsbehoefte, werving, selectie, functioneringsgesprekken, loopbaanbegeleiding, reïntegratie en coaching. Zo kan men functiemetaprofielen (die vooral iets zeggen over hoe mensen hun werk doen) maken, die in de selectiefase afgezet kunnen worden tegen het persoonlijke profiel dat is afgenomen van de kandidaat. Functiemetaprofielen kunnen ook gebruikt worden bij functioneringsgesprekken, want ze geven aan welke metaprogramma's relevant zijn voor welke taken en welk gedrag daar dan bij hoort. Vervolgens kunnen aan de hand hiervan ontwikkelpunten met betrekking tot metaprogramma's en kwaliteiten vastgesteld worden. In het kader zowel loopbaanbegeleiding als reïntegratie leidt iemands metaprofiel tot verbeterde zelfreflectie en tot grotere persoonlijke effectiviteit. In hoofdstuk 12 relateren de auteurs metaprogramma's aan leren en ontwikkeling, in verband met het voorbereiden en presenteren van trainingen, het verkrijgen van draagvlak en rapport, feedback geven. De trainingsgroep kan daarbij (ook) fungeren als kweekvijver bij het leren van elkaars metaprogramma's. Een belangrijke vraag voor trainers is daarbij steeds: welke metaprogramma's activeer ik met deze opdracht bij mijn trainees? Een succesvolle training zal, afgezien van de specifieke inhoud, ook steeds gekenmerkt worden door verandering in meer gewenste metaprogramma's. Denken in termen van metaprogramma's kan ook gebruikt worden bij het duiden en hanteren van weerstanden. Weerstand betekent meestal: te snel leiden. Metaprogramma's worden vervolgens bekeken op hun werkzaamheid voor het welslagen van groepsprocessen (p. 251-255). De tekst eindigt met een korte epiloog waarin de auteurs nog eens kort ingaan op hun missie: de kwaliteit van (professionele) relaties is bepalend voor de kwaliteit van het resultaat, en metaprogramma's spelen een belangrijke rol in de kwaliteit van die relaties. De auteurs delen een fundamentele waarde als respect (p. 259). Het boek bevat ten slotte drie bijlagen: 1 verbale en non-verbale indicatoren van met aprogramma's, 2 activeringsvragen waarmee het betreffende metaprogramma kan worden opgeroepen, en 3 een werkblad voor een met aprofielinterview. Tevens is er een als los inlegvel bijgevoegd overzicht van metaprogramma's en hun kenmerken. Commentaar Bij het becommentariëren van dit boek rijst uiteraard de vraag vanuit welk metaprogramma dat gebeurt. Duidelijk is dat daarbij de metaprogramma's 'voldoet wel/voldoet niet' en 'concept/structuur/gebruik' in ieder geval actief zullen zijn. Het eerstgenoemde metaprogramma behoeft geen toelichting, het tweede wel. Dit metaprogramma geeft aan waar mensen het eerst over denken: het waarom (concept), het wat en waar (structuur) of het hoe (gebruik). Concept verwijst naar principes en essenties, structuur naar samenhang tussen elementen en gebruik naar toepassen en doen (p. 64-65). Over het totale aantal (categorieën) metaprogramma's kan men van mening verschillen. De auteurs beschrijven veel metaprogramma's, die niet allemaal dezelfde praktische relevantie kunnen hebben (een te gedetailleerd besef leidt af van hoofdzaken, aldus een valkuil behorend bij het metaprogramma globaal-specifiek). Is een objectieve hiërarchie van criteria en dus van metaprogramma's denkbaar? In het kader van professionele begeleidingskunde miste ik node de binnen die kringen gangbare leerstijlcategorieën (zoals geïntroduceerd door Kolb). Mede daardoor komt de gerichtheid op leren (p. 259) niet geheel uit de verf. Wat betreft structuur miste ik een nadere verkenning van de samenhang tussen metaprogramma's, zoals die naar voren zou kunnen komen in metaprofielen en eventuele verbanden met constructen uit andere persoonlijkheidstheorieën. Qua concept betreft een belangrijke kwestie de situationele bepaaldheid van metaprogramma's en metaprofielen. Het zijn contextgebonden gedragspatronen (andere rol, andere context, andere criteria en dus andere metaprogramma's) en nadrukkelijk géén karaktertrekken, zeker geen onveranderlijke (p. 24-26, 116-117). Aan de andere kant is een metaprogramma typerend voor een persoon - typisch jou, typisch mij - en vraagt de zelftest naar tamelijk algemene patronen (p. 32-38, 126) die soms qua denktrant verwijzen naar kernkwaliteiten (kwaliteit, valkuil, vervorming, ontwikkelpunt). Dat geeft voedsel aan het vermoeden dat metaprogramma's ook niet heel situatiespecifiek zouden kunnen zijn. De relatie tussen gedragspatronen en identiteit blijft daarmee onduidelijk. Waar is dat gedragspatronen vermoedelijk gemakkelijker te veranderen zijn dan iemands identiteit, maar ook dat mensen verschillen in flexibiliteit en vermogen tot situatiespecifiek gedrag, en daarmee in het vermogen hun arsenaal aan metaprofielen op een geloofwaardige manier uit te breiden (gebruik). De auteurs wijzen terecht op de noodzaak van voldoende oefening in het in kaart brengen van metaprogramma's. Tovenaarsleerlinggedrag ligt hier immers op de loer. In dat verband vind ik het jammer dat de informatie over de metaprogramma's niet allemaal bij elkaar staat in het boek. Vooral bijlage I had goed in de hoofdtekst opgenomen kunnen worden, omwille van het didactisch overzicht. Wat betreft de toepassingen van het werken met metaprogramma's ga ik speciaal in op het gebruik in coaching. De auteurs laten zien hoe je in coaching met metaprogramma's kan werken. Hoewel ze aangeven een concept van coaching aan te hangen dat uitgaat van sturing op proces en niet op inhoud, blijkt uit hun aanpak dat ze toch sturen op inhoud, bijvoorbeeld door nadrukkelijk bepaalde metaprogramma's te ontwikkelen. Nu blijkt uit hun boek niet precies wat ze bedoelen met sturen op proces, en mogelijk ligt hier een misverstand op de loer (wat wellicht te maken heeft met een wel erg ruime definitie van coaching). Wat ik in ieder geval zie, is dat ze behoorlijk sturen op algemene gedragsmatige inhouden. Daar is wat mij betreft niets mis mee, al is er wel het risico van impliciete normering en manipulatie van gedrag (wat dus haaks staat op een meer procesmatige benadering). Het zou aan te bevelen zijn al in de contracteringsfase te wijzen op dergelijke manieren van sturing in het coachingstraject. Vraag is, hoe los het werken met metaprogramma's gezien en gebruikt kan worden van NLP in bredere zin. Anders gezegd: moet je als coach een NLP'er in hart en certificaten zijn, of kun je ook proberen als coach te werken met behulp van metaprogramma's. In ieder geval zou ik het werken met metaprogramma's niet willen zien als doel op zich (dan leidt het hoogstens tot meer zelfzicht), maar het willen gebruiken als instrument bij het realiseren van expliciete coachingsdoelen, voor zover inadequate metaprogramma's ten grondslag liggen aan inadequaat (werk)gedrag. De theorie van de logische niveaus kan daarbij dienen als richtlijn voor de meest wenselijke interventiediepte. Voor effectieve coaching is meer nodig dan werken met metaprogramma's. Te onderzoeken is, hoe in de context van supervisie effectief gewerkt kan worden met metaprogramma's. Dat vraagt om een optimale inpassing van het werken met metaprogramma's in de specifieke doelen van supervisie. Het vraagt voorts om aandacht voor leerstijlen als metaprogramma's en het preciezer omschrijven van 'tasking' in het kader van het ontwikkelen van achtergebleven leerstijloriëntaties. De toepassingen bij conflicthantering en onderhandelen uit hoofdstuk 7 zijn zonder meer bruikbaar, maar vragen wel een behoorlijke mate van inzicht en geoefendheid van de gebruiker. Jammer is dat de auteurs de dilemma's in verband met coachend leiderschap niet op hun consequenties doordenken. Ze gaan naar mijn idee iets te gemakkelijk voorbij aan de door hen gesignaleerde contradictio in terminis (zie Bennink, 2003). In hoofdstuk 9 gaat het wat mij betreft mis als kenmerken van individuen (geordend in de logische niveaus) min of meer willekeurig worden vertaald naar het organisatieniveau. Het lijkt erop dat de auteurs vergeten dat een organisatietheorie anders is dan een theorie over personen. Het is de vraag of het door de auteurs voorgestelde metaprofielonderzoek realistisch is, onder meer door het tijdrovende karakter. Daarbij: niet alle organisaties staan open voor cultuuronderzoek, zeker niet als het gebaseerd is op onvolledig ontwikkelde organisatieconcepten. Hoofdstuk 10 lijkt bruikbaar. Jammer is dat de auteurs een vrij eenvoudig model van teamproblemen hanteren. Daardoor komen niet alle aspecten van teamfunctioneren helder in beeld (zie Bennink, 2002, p. 65-72). Het uitleggen van metaprogramma's in competentietermen ondergraaft mogelijk de specifieke bijdrage van het werken met metaprogramma's: wat voegt het toe als het neerkomt op teamcompetenties? Anders dan bij organisatiecultuur lijkt hier een metaprofielonderzoek wel realistisch en ook wenselijk omwille van enige diepgang. Ook hier vind ik de voorbeelden verduidelijkend. De toepassingen in HRM in hoofdstuk 11 lijken me nuttig, maar ik zie nog niet iedere leidinggevende hier slagvaardig en verantwoord mee werken. Afgezien daarvan is het concept metaprogramma niet zo spijkerhard dat er verregaande consequenties aan verbonden mogen worden ten aanzien van iemands (on)geschiktheid voor een functie. Voorzichtigheid lijkt mij hier dus geboden. De toepassingen in hoofdstuk 12 (over trainingen) zijn stuk voor stuk zinvol en de moeite van het uitproberen waard. Het boek is leesbaar geschreven maar bevat nogal wat NLP-jargon, wat erop wijst dat de auteurs te werk gaan vanuit hun eigen vanzelfsprekendheden en NLP-specifieke aannames niet verhelderen (zoals ten aanzien van 's mensen veranderbaarheid, waar NLP erg optimistisch over is en ook een deel van succes aan ontleent). Vraag is daarbij hoe de waarde van respect (p. 259) zich verhoudt met het ontegenzeggelijk sturende en zelfs manipulatieve karakter van NLP, vooral wanneer het eigenlijk blijkt te gaan om het realiseren van organisatiedoelen. Voorts: in de ondertitel komt de aanduiding professionele relaties voor, maar niet duidelijk is wat de auteurs daar precies mee bedoelen. Soms gaat het om een relatie tussen een professional en een cliënt (bijvoorbeeld bij coaching), soms om niet-professionele werkrelaties (zoals bij team- en cultuuronderzoek). Mij lijkt dat hier het begrip professionele relaties wat ruim wordt gebruikt, waarmee eventuele verschillen tussen relaties mogelijk onderbelicht blijven. Ten slotte: de uitgewerkte voorbeelden geven de lezer niet alleen inzicht in de werkzaamheid van metaprogramma's maar bieden tijdens het lezen tevens de mogelijkheid te oefenen met het werken met metaprogramma's. Conclusie Mits zorgvuldig gebruikt, kan het werken met metaprogramma's een aanwinst zijn in coaching, training en supervisie. Met bovengenoemde slagen om de arm kan ik het boek ter lezing aanbevelen, met de suggestie om het werken met metaprogramma's in supervisiecontexten nog nader uit te werken. De vraag of deze werkwijze gebruikt kan worden buiten een NLP-Context laat ik hier ontbeantwoord.
26-5-2005 NBD Biblion

Metaprogramma`s worden gedefinieerd als `kenmerkende patronen in iemands denken, voelen en handelen in een bepaalde context`. Ze helpen een ieder om beter te communiceren met anderen. De theorie en praktijk van metaprogramma`s vormt een van de basisnoties uit neurolinguïstisch programmeren (NLP). In de literatuur over NLP is desondanks over het algemeen maar beperkte aandacht voor metaprogramma`s. Daar is nu verandering in gekomen.
Het boek kan dienen als instrument om met metaprogramma`s te kunnen werken in individuele situaties, maar ook in groepen en zelfs op organisatieniveau in een interessant hoofdstuk over organisatiecultuur (een elders sterk ondergesneeuwd terrein van toepassing). Men is zeer uitgebreid in de beschrijving, negentien metaprogramma`s komen aan de orde. Het boek sluit uitsteken aan bij het computerprogramma metaprofielanalyse. Zeer handzaam is verder de afzonderlijke bijlage met een overzicht van de metaprogramma`s en hun kenmerken. Een must voor elke coach; voor wie zijn communicatie en manier van begeleiden of coachen wil verbeteren, een aanrader.
(Drs. E.A. van Kemenade)

Juni 2005 Comma, magazine voor overheidscommunicatie

Enkele grondleggers van Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) stelden vast dat in de communicatie van individuen vaste taalpatronen te herkennen zijn, die zich herhalen in vergelijkbare situaties. Zij ontdekten verder dat die patronen bij verschillende mensen in dezelfde situaties heel anders konden zijn. De pioniers noemden deze taalpatronen metaprogramma`s omdat ze uitdrukken hoe iemand waarneemt, denkt en doet in een bepaalde situatie. Samengevat, hebben mensen in vergelijkbare situaties de neiging om steeds op dezelfde wijze te denken, te voelen en te handelen. Sinds hun ontdekking in de jaren zeventig van de vorige eeuw bleven de meta­programma`s onderbelicht in de NLP­wereld. Daar is met de komst van Voorbij je eigen wijze: effectief communiceren met meta­programma`s in professionele relaties voor het Nederlandse taalgebied echter verandering in gekomen. De jarenlange samenwerking van beide auteurs leidde tot een beschrijving van negentien categorieën met in totaal tweeënvijftig metaprogramma`s, een typering in verbale en non-verbale kenmerken en een vragenlijst om metaprogramma`s in kaart te brengen. Door gevoeligheid te ontwikkelen voor taalpatronen krijg je inzicht in de typerende stijl van denken, voelen en doen van mensen in een bepaalde situatie. Kennis en vaardigheden op het gebied van metaprogramma`s leiden tot begrip van, inzicht in en sturingsmogelijkheden voor communicatie tussen mensen. Metaprogramma`s maken gedrag inzichtelijk, bespreekbaar en veranderbaar. De categorie `vorm` bijvoorbeeld, bestaat uit de metaprogramma`s proactief en reactief. Een proactieve persoon neemt initiatief, neemt actie, is in staat taken te verrichten die om direct handelen vragen. Iemand die reactief is, denkt vooral na, analyseert, wil begrijpen, reflecteren, vragen stellen. Inzicht in iemands specifieke taal patroon kan leiden tot begrip voor zijn handelen. Kennis van elkaars metaprogramma`s biedt de mogelijkheid deze als competenties in te zetten waar dat nuttig of verstandig is. Een brandweerman is bij het uitbreken van de brand bijvoorbeeld gediend met het metaprogramma proactief, terwijl iemand bij wie het metaprogramma reactief prominent aanwezig is, beter ingezet kan worden om de gebruikte procedures bij de brand achteraf te analyseren en voorstellen voor verbetering te doen.
Het zal duidelijk zijn dat de grote hoeveelheid metaprogramma`s niet van de ene dag op de andere toepasbaar is. Dat vergt de nodige training. Het boek brengt de systematiek echter helder in kaart met duidelijke voorbeelden. Heel inzichtelijk is de bijlage met het overzicht van alle metaprogramma`s en hun verbale en non-verbale uitingsvormen.
Een aanrader voor communicatiemensen die geïnteresseerd zijn in intra- en interpersoonlijke communicatie.
(Tekst: Nico Jong)

Reviews 'Voorbij je eigen wijze: effectief communiceren met metaprogramma's in professionele relaties'

Schrijf de eerste review over dit product
Review schrijven
Geef uw waardering:
Slecht Onvoldoende Gemiddeld Goed Zeer Goed
Bedankt voor je beoordeling.

Gerelateerde uitgaven

Autonomie Verbondenheid Competentie Purpose
Nieuw

Autonomie Verbondenheid Competentie Purpose

Matthijs Steeneveld
€ 24,95
Bestellen
Psychologische veiligheid
Nieuw

Psychologische veiligheid

Hans van der Loo, Joriene Beks
€ 60,95
Bestellen
Veldgids psychologische veiligheid
Nieuw

Veldgids psychologische veiligheid

Hans van der Loo, Joriene Beks
€ 60,95
Bestellen
Meer
Blijf op de hoogte
Ontvang onze nieuwsbrief.
Succes
Error
© 2022 Boom Uitgevers Amsterdam

Klantenservice

Contact
Bestelinformatie
Retourneren
Bestelprocedure
E-books
Gratis e-book
Luisterboeken
Docentenservice
Persinformatie

Over ons

Boeken
Events
Platformen

Volg ons op social media

Op werkdagen voor 21.00 uur besteld, morgen in huis.
Gratis verzending in NL vanaf € 20,-.
Algemene voorwaardenAlgemene voorwaarden zakelijkDisclaimerPrivacy policyHO Privacy bijsluiterDigitale content
Stuur mij wekelijks tips
De nieuwsbrief houdt je up-to-date met nieuws en aanbiedingen over boeken, e-books en meer.
Aanmelden
Succes
Error